-
1 wel zeker!
wel zeker!certainement!————————wel zeker!que si! -
2 wel zeker
wel zekersure, certainly; 〈 toestemming gevend〉 by all means -
3 zeker
zeker11 [buiten gevaar] safe2 [overtuigd, betrouwbaar, gerust] sure, certain♦voorbeelden:hij heeft het zekere voor het onzekere genomen • he did it to be on the safe sidehet is zo zeker als 2 + 2 vier is • it's as sure as night follows dayiets zeker weten • know something for surezeker weten! • sure is/are/was/ 〈enz.〉!zeker willen zijn dat … • want to make sure that …om zeker te zijn • to be surezijn leven niet zeker zijn • not be sure of one's lifevast en zeker! • definitelyje bent daar zeker van stralend weer • you're sure to have glorious weather thereergens zeker van zijn • be sure of somethingje wou haar zeker verrassen • I expect you wanted to surprise herje hebt het zeker al af • you must have finished it by nowje kunt zeker geen cricket spelen? • you don't know how to play cricket, do you?ik hoef zeker niet te zeggen dat • I scarcely need to say that————————zeker21 certain♦voorbeelden:iets met zekere deftigheid doen • do something with a certain dignityeen zekere meneer Pietersen • a (certain) Mr Pietersenin zeker opzicht • in a certain sensein zekere zin • in a sense————————zeker3♦voorbeelden:zeer zeker • most certainly -
4 zeker
zeker1♦voorbeelden:1 iets op een zekere plaats opbergen • mettre qc. en lieu sûr(op) zeker spelen • jouer sur du velourshet zekere voor het onzekere nemen • ne pas lâcher la proie pour l'ombreiets zeker weten • être certain de qc.zeker weten! • pour sûr!het is zo zeker als 2 + 2 vier is • c'est aussi sûr que 2 et 2 font quatreergens zeker van zijn • être sûr de qc.je bent daar zeker van stralend weer • tu es assuré d'y avoir un temps splendide————————zeker21 certain♦voorbeelden:zekere heren willen altijd wat aanmerken • il y en a qui ont toujours qc. à redireeen zekere toon aannemen • prendre un certain toneen zekere vrees • une certaine craintezo zeker als tweemaal twee vier is • c'est sûr comme deux et deux font quatre————————zeker3♦voorbeelden:¶ wel zeker! • certainement! -
5 wel
wel11 [algemeen] bien2 [om een ontkenning tegen te spreken]si3 [weliswaar] il est vrai que♦voorbeelden:1 dat is wel wenselijk • espérons-le!ik ben niet wel • je ne suis pas bienhet bevalt me hier wel • je me plais bien icimen moet hem wel bewonderen • on ne peut pas ne pas l'admirerhij durft wel • il ne manque pas de toupet‘hoe is het ermee?’ ‘het gaat wel’ • ‘comment ça va?’ ‘couci-couça’als ik het wel heb • si je ne me trompedat kan wel • cela se peuthij komt wel • il viendra, croyez-moiu kunt wel gaan • vous pouvez disposerje lijkt wel gek • tu n'es pas un peu fou, non?dat mag wel • c'est permishij voelt zich niet wel • il ne se sent pas bienweet je wel wie je voor je hebt? • savez-vous à qui vous parlez?ik wil best wel • je ne dis pas nonhij zal nu wel vertrokken zijn • il doit être parti maintenantzeg dat wel! • à qui le dis-tu!je zult wel denken … • tu dois te demander ce que cela signifie …wel degelijk • absolumenthij is wel eens ziek • il lui arrive d'être maladeik zou u wel eens op mijn plaats willen zien • je voudrais vous y voirwel nee! • mais non!dat zullen wij nog wel eens zien • c'est ce qu'on verramet mijn jas kom ik de winter nog wel door • mon manteau fera encore l'hiverwel te rusten! • bonne nuit!wel zeker! • que si!ik hoop van wel • j'espère (bien)niet(es)! wél(les) • non! si!het kan er wel mee door • ça peut allerdat zal wel niet • sans doute que nonze zal wel ziek zijn • elle est sans doute maladehij redt zich wel • il s'en sortira (bien)het gaat wel weer over • ça passerawij vermaken ons wel hoor! • on s'amuse, ne vous en faites pas!ik heb hem wel drie jaar niet gezien • ça fait bien trois ans que je ne l'ai (pas) vuwat moet dat wel niet kosten • ça ne doit pas être pour rien3 hij is wel rijk, maar niet gelukkig • s'il est riche, il n'en est pas heureux pour autantJaap heeft het wel gezegd, maar … • il est vrai que Jacques l'a dit, mais …dát wel • ça oui¶ dat was me het dagje wel! • quelle journée!dat dacht ik wel • je m'en doutaisnee, wat denk je wel! • non, mais des fois!die minuut leek wel een uur • cette minute a duré une heurewat een rotweer, we treffen het wel • quel sale temps, on n'a pas de veine!dat wist ik wel • je le savais (bien)zie je nu wel • (tu vois,)je te l'avais bien ditdat komt wel eens voor • ça arrive parfoisheb je wel eens Japans gegeten? • est-ce que tu as déjà mangé japonais?zo is het wel genoeg • en voilà assezdank u wel • merci (bien)————————wel21 eh (bien)!♦voorbeelden:1 wel allemachtig! • (sacré) nom d'une pipe!wel? wat zeg je daarvan? • eh bien, qu'en dis-tu?wel, wel! • tiens, tiens!wel nee! • mais non! -
6 wel wis en zeker doe ik dat
wel wis en zeker doe ik dat -
7 zeker wel
прил.общ. конечно -
8 dat wil zeker wel iets zeggen
dat wil zeker wel iets zeggen -
9 dat wil zeker wel iets zeggen
dat wil zeker wel iets zeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat wil zeker wel iets zeggen
-
10 si
si1 [sie]〈m.〉1 als2 〈 muziek〉si♦voorbeelden:————————si2 [sie]〈 bijwoord〉2 zo(zeer)♦voorbeelden:1 si fait • jawel, ja zeker welil n'accepte pas, moi si • hij doet het niet, ik welque si • wel zekermais si • jawel, ja hoorsi peu que • hoe weinig ooksi intelligent qu' il soit, si intelligent soit-il • hoe intelligent hij ook is————————si3 [sie]〈 voegwoord〉2 of3 (ook) al♦voorbeelden:si on veut • zo men wilsi ce n'est • zo nietsi tant est que • als … tenminstesi ce n'est que, si ce n'était que • of het moest zijn dat2 vous pensez s'ils étaient fiers! • en of ze trots waren!demander si • vragen ofcomme si • alsof1. adv1) jawel2) zo(zeer)3) hoe2. conj1) als, indien2) of3) ook al -
11 gut
〈 besser, (am) best(en)〉♦voorbeelden:gut die Hälfte • ruim de helftein gutes Stück • een heel stuk, heel, aardig watein gut aussehender Mann • een knappe mangut befreundet sein • goede, dikke vrienden zijngut gelaunt • goedgehumeurdgut gemeint • welgemeend, goed bedoeldjemandem gut gesinnt sein • iemand goed-, welgezind zijngut situiert sein • goed gesitueerd, in goede doen zijngut unterrichtete Kreise • welingelichte kringenihm, mir geht es gut • met hem, mij gaat het goedes sich 〈 3e naamval〉 gut gehen lassen • het ervan nemen, pakkenlass es dir gut gehen! • het beste (ermee)!, het ga je goed!du hast gut lachen! • jij kunt makkelijk lachen!hier ist gut leben, sein • hier is het goed toeven, leef je aangenaam〈 figuurlijk〉 gut liegen • er goed voor, op staanmachs gut! • het beste (ermee)!schlaf gut! • welterusten!mir ist nicht gut • ik voel me niet goed, niet (erg) lekkereinander wieder gut sein • weer goede vrienden zijnes gut sein lassen • het erbij laten, het wel gelovenjemandem, einer Sache gut tun • iemand, iets goeddoenGutes tun • een goede daad, goede daden verrichtenes wird alles noch, schon wieder gut werden • het zal allemaal wel goed aflopen〈informeel; ironisch〉 das kann ja gut werden! • dat kan nog leuk worden!, dat belooft wat!alles Gute! • het beste (ermee)!ich ahne nichts Gutes • ik verwacht, voorzie niet veel goedses hat alles sein Gutes • alles heeft zijn goede kantendes Guten zu viel • te veel van het goedealso gut!, nun gut! • nou goed dan!, okay!du bist gut daran! • jij staat er goed voor, jij bent goed af!schon gut! • goed, goed!, het is (al) goed!dafür bin ich mir zu gut • daar voel ik me te goed voorim Guten • vriendschappelijk, in der minnejenseits von gut und böse • boven het goede en kwade verheven, zonder rekening te houden met de moraaletwas zum Guten lenken • iets ten goede kerenes ist alles wieder gut zwischen uns • het is weer koek en ei tussen onsgut und gern • (zeker) wel, zekeralles gut und schön, aber … • alles goed en wel, maar …so gut wie sicher • zo goed als zekerso gut wie möglich • zo goed mogelijkim Guten wie im Bösen • goedschiks of kwaadschiks -
12 doch
doch1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 käme er doch! • kwam hij toch maar!komm doch mal her! • kom eens even hier!sie ist doch kein Kind mehr • ze is immers geen kind meerwie war das doch? • hoe was dat toch ook weer?also doch ! • dus toch!ja doch ! • ja zeker!————————doch2〈 voegwoord〉♦voorbeelden:2 ‘das weißt du wohl nicht mehr?’ ‘Doch, doch !’ • ‘dat weet je zeker niet meer?’ ‘O ja, (dat weet ik nog wel)!’ -
13 probablemente
allicht, vast, waarschijnlijk, wel, zeker; allicht, vast, waarschijnlijk, wel, zekerDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > probablemente
-
14 probablemente
allicht, vast, waarschijnlijk, wel, zeker; allicht, vast, waarschijnlijk, wel, zeker -
15 gut und gern
(zeker) wel, zeker -
16 que si
-
17 weten
weten1〈 het〉♦voorbeelden:buiten/zonder mijn weten • without my knowledgenaar/bij mijn (beste) weten • to (the best of) my knowledge————————weten2♦voorbeelden:1 dat weet zelfs een kind! • even a fool knows that!zij die het kunnen weten zeggen … • the well-informed say …ik had het kunnen weten • I might have knownik zal het u laten weten • I'll let you knowzij weet met iedereen om te gaan • she has a way with everyoneweten te ontkomen • manage to escapezich weten te redden • cope, managehij wil (graag) weten, dat hij communist is • he makes no secret about being a communistniets van iemand willen weten • not want to have anything to do with someoneik zou wel eens willen weten waarom hij dat zei • I'd like to know why he said thatje zou eens moeten weten …, als je eens wist … • if only you knewdaar weet ik alles van • I know all about itmet haar weet je het nooit • you never know with herik weet het! • I've got it!het is maar dat u het weet • I thought you ought to know, just so you knowweet je het al, hij is failliet • have you heard the news, he's gone bankruptik ga hier weg; nu weet je het! • I'm leaving this place; so there!voor je het weet, ben je er • you're there before you know itze hebben het geweten • they found out (to their cost)hij wou er niets van weten • he wouldn't hear of itnu weet ik nóg niets! • I'm no wiser than I was (before)!ik weet wat …, weet je wat … • I know what …, you know what …hij weet (niet) wat hij wil • he doesn't know his own mindweten wat je doet • beware what you are abouthij weet wel wat een goede fles wijn is! • he knows a good bottle of wine when he sees one!je weet wie het zegt • look who's talkingwie weet • who knowsje moet het zelf (maar) weten • it's your decisionhij weet niet beter of het hoort zo • he doesn't know any betterje zou beter moeten weten • you should know better (than that), you should have known betterik weet niet beter dan dat hij morgen komt • as far as I know he's coming tomorrowhij weet ervan • he's aware of itik weet het niet meer • I really can't rememberik zou het niet weten • I wouldn't knowhij wist niet hoe gauw hij weg moest komen • he couldn't get away fast enoughals dat geen zwendel is dan weet ik het niet (meer) • if that isn't a fraud I don't know what isik zou niet weten waarom (niet) • I don't see why (not)ik weet nog zo net niet of ik kom • I don't know if I'll comehij heeft ik-weet-niet-hoeveel huizen • he owns I don't know how many housesweet je wel, je weet wel • you knowzeker weten! • no buts about it!weet je het zeker? • are you (absolutely) sure?iets zeker weten • be sure about somethingvoor zover ik weet • as far as I knownaar ik weet • to my knowledgeergens iets op weten • have an answer to somethingte weten • namelyiets te weten komen • find out somethingik weet van niks • I know nothing about itwat weet jij nu van tuinieren? • much you know about gardeningvan geen wijken (willen) weten • stick to one's gunsvan geen ophouden weten • not know when to stopkinderen weten van geen vermoeidheid • children know no fatiguezonder dat iemand het wist, had hij … • unknown to anyone, he had …als je dat maar weet! • keep it in mind!hij wil niet weten dat hij ziek is • he won't admit to being illniet dat ik weet • not that I knowweet je nog? • (do you) remember?〈 informeel〉 weet ik veel! • search me!〈 spreekwoord〉 wat niet weet, dat niet deert • what the eye doesn't see the heart doesn't grieve overje weet wel beter • you know better (than that)ik vermoeid? dat weet ik nog zo (zeker) niet! • me tired? I don't knowik wist niet wat ik zag! • I couldn't believe my eyes!je weet ('t) maar nooit • you never know -
18 ja
ja1 ja2 ja?, niet waar? ⇒ hé, hé3 toch, immers, inderdaad ⇒ nog, wel, ook5 〈informeel; alleenstaand〉ja? ⇒ echt (waar)?♦voorbeelden:1 ja doch, ja gewiss, ja freilich • ja zeker, maar jaaber ja doch • maar zeker, maar jana ja! • nou, nu ja!2 du kommst doch mit, ja? • jij gaat toch mee, zeker?3 das Kleid ist ja schön, aber teuer • de jurk is wel mooi, maar duurdas ist ja schrecklich! • maar dat is (toch) verschrikkelijk!das ist ja wahr • dat is waar ookich glaube ja • ik geloof van weldu kennst ihn ja! • je kent hem toch (wel)!so ist er ja • zo is hij nu eenmaalda bist du ja! • daar ben je eindelijk!4 geh ja hin! • ga er in ieder geval heen! -
19 sicher
sicher11 veilig, zeker2 betrouwbaar, zeker ⇒ feilloos, verzekerd, rustig3 beslist, zelfbewust, zelfverzekerd4 gewis, stellig, zeker ⇒ overtuigd van♦voorbeelden:1 sicher ist sicher • veiligheid, zekerheid voor allesauf Nummer Sicher, sicher gehen • geen risico nemenvor einem Überfall sicher sein • voor een overval veilig zijnmit sicherem Blick • met een geoefend oogein sicheres Einkommen • een vast inkomenmit sicherem Schritt • met vaste tredein sicheres Urteil • een helder oordeel(svermogen)eine Lektion sicher können • een les goed kennen3 sein sicheres Auftreten • zijn zelfbewust, -verzekerd optredener ist seiner selbst sehr sicher • hij is heel zeker van zichzelfsie wirkt sehr sicher • zij maakt een heel zelfverzekerde indrukich bin mir nicht ganz sicher • ik ben er niet helemaal zeker vandie Todesstrafe ist ihm sicher • hij kan rekenen op de doodstrafda bin ich ganz sicher! • dat weet ik (wel) heel zeker!————————sicher2〈 bijwoord〉1 beslist, vast, zeker ⇒ vermoedelijk; met zekerheid -
20 bien
bien1 [bjẽ]〈m.〉1 weldaad ⇒ (het) goede, welzijn, welvaart2 bezit(ting) ⇒ vermogen, goed♦voorbeelden:1 un homme de bien • een fatsoenlijk, integer manle bien commun, général, public • het algemeen welzijngrand bien vous fasse! • wel bekome het u!le souverain bien, le bien suprême • het opperste goed, gelukdire du bien de qn., parler en bien de qn. • gunstig over iemand sprekenc'est un bien • dat is een gelukfaire le bien • goed doen, charitatief zijnce voyage lui fait beaucoup de bien • die reis doet hem heel goedcela fait du bien • dat doet een mens goedprendre son bien où on le trouve • je toe-eigenen wat van je gading isvouloir le bien de qn. • het beste met iemand voorhebbenmener qc. à bien • iets tot een goed einde brengenchanger qc. en bien • iets ten goede veranderenen tout bien tout honneur • in alle eer en deugdpour son bien • voor zijn eigen bestwil2 biens de consommation • verbruiksgoederen, consumptiegoederenbiens de famille • familiebezitbiens vacants • onbeheerde goederenavoir du bien • vermogend zijnavoir des biens au soleil • onroerende goederen, land bezitten————————bien2 [bjẽ]〈bijwoord; ook bijvoeglijk naamwoord, tussenwerpsel〉1 goed ⇒ wel, mooi, fatsoenlijk2 zeer ⇒ veel, erg4 werkelijk ⇒ echt, zeer zeker5 〈 als uitroep〉wel! ⇒ welnu!♦voorbeelden:1 avoir l'air bien • er goed, mooi uitzienun homme bien • een betrouwbaar manun type bien • een aardige ventse conduire bien • zich netjes gedragenêtre bien avec qn. • goed met iemand kunnen opschietenfaire bien • juist handelen, goed passen, goed staanfaire bien (de) • er goed aan doen (om)ça fait bien de parler anglais • het staat goed als je Engels spreektc'est bien fait! • net goed!c'est bien fait pour lui! • dat is z'n verdiende loon!on mange bien ici • je kunt hier lekker etennous sommes bien ici • we voelen ons hier lekkerça va bien? • gaat het goed?〈 schertsend〉 nous voilà bien! • nou zitten we mooi in de puree!tant bien que mal • zo goed en zo kwaad als het gaatni bien ni mal • tamelijk goed2 bien blanc • helemaal wit, spierwitelle est bien jeune pour voyager seule • ze is wel heel jong om alleen te reizenbien sûr • natuurlijkbien souvent • heel vaakbien d' autres • vele anderenil en a vu bien d' autres • hij heeft heel wat meegemaakt〈 België〉 assez bien de • heel wat, veelbien de, bien des • heel wat, (heel) veeldepuis bien des années • sinds vele jarenil part bien demain? • hij vertrekt toch morgen?5 il le fait bien, pourquoi pas moi? • hij doet het toch ook, waarom ik dan niet?j'irais bien avec vous • ik zou wel met u mee willennous verrons bien • we zullen wel zienvouloir bien • wel willenou bien • ofweleh bien! • welnu!si bien que • zodat1. m1) (het) goede, welzijn2) bezit(ting), vermogen2. adj, advgoed, mooi, fatsoenlijk3. adv1) zeer, veel, erg2) heel veel, ruimschoots3) werkelijk, echt4. bien queconj5. interj
См. также в других словарях:
Houssin, Jacques — (September 19, 1902, Paris, France May 8, 1979, Paris, France) A former sound engineer and assistant director (1929 Le requin, Henri Chomette), he turned a filmmaker in 1933. Filmography 1933 ◘ Plein aux As (also screenwriter, dialogist)… … Encyclopedia of French film directors
Kadet — Ich bin ein Kadet, sagte der Junge zum Bettelvogt, meine Mutter ist eine geborene von Habenichts. Holl.: Wel zeker ben je een kadet; je moêrs aars bestond. uit twee kwartieren. (Harrebomée, I, 462b.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Abe Lenstra — (1955) Abe Lenstra ([ ɑ:bə lɛnstɾa], * 27. November 1920 in Heerenveen; † 2. September 1985 ebenda) war ein niederländischer Fußballspieler. Er spielte seit de … Deutsch Wikipedia
Sicher — 1. Es ist niemand so sicher, dass er nicht fehlen könnte. Holl.: Niemand zoo zeker of hij kan missen. (Bohn I, 335.) 2. Es ist niemand so sicher, er fürchtet seinen Schaden. Dän.: Hvo er saa vis at hand ei redes sin skade. (Prov. dan., 564.) 3.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Frosch — 1. Bai en Fuorsk slucken well, maut ne nit lange anmülen1. – Woeste, 77, 305. 1) Anmaulen, ihm Gesichter schneiden. Lat.: Furor fit laesa saepius patientia. ( Philippi, I, 168.) 2. Da die Frösch den Block nicht zum König wollten, kriegten sie den … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Land — 1. Alle Lande seyn dess Weysen Vatterland. – Lehmann, II, 26, 4; Simrock, 6161; Körte, 3674; Braun, II, 2141; Masson, 351. Als man Sokrates fragte, was für ein Landsmann er sei, antwortete er: ein Weltbürger. Poln.: Tam dom, gdzie dobrze. – W… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Golden Film — Infobox award bgcolour = #ffdead name = Golden Film imagesize = 250px caption = The Golden Film trophy for Love to Love (2003) description = Box office achievements presenter = Netherlands Film Festival Netherlands Film Fund country = Netherlands … Wikipedia
Cornelis Musch — (Rotterdam, 1592 or 1593 – The Hague, December 15, 1650) was Griffier (Chief Clerk) of the States General of the Netherlands, the governing body of the Dutch Republic, from 1628 till the start of the First Stadtholderless Period. He was a byword… … Wikipedia
Liste falscher Freunde — Die Liste falscher Freunde listet eine Auswahl häufiger falscher Freunde (Übersetzungsfallen bzw. Verständnisprobleme) zwischen Deutsch und anderen Sprachen, dem in der Bundesrepublik Deutschland und in anderen Staaten gesprochenen Deutsch sowie… … Deutsch Wikipedia